Een belastingplichtige had per 1 januari 2018 bank- en spaartegoeden van € 95.428 en een goudbaar met een waarde van € 33.873. Op basis van de Wet Rechtsherstel box 3 is het inkomen uit sparen en beleggen naar beneden bijgesteld vanwege een gerealiseerde waardevermeerdering van het spaargeld van € 38 en een ongerealiseerde waardevermeerdering van de goudbaar van € 701. Vervolgens is rekening gehouden met het heffingsvrije vermogen. Is dit juist?
De hoogste rechter is hier wederom duidelijk over. Tot het werkelijk behaald rendement moeten ook ongerealiseerde waardeveranderingen worden gerekend. Dus ook de waardestijging van de goudbaar. En met het heffingsvrije vermogen dient bij de berekening voor het rechtsherstel geen rekening te worden gehouden.
Let op: Een kort artikel deze keer, dat benadrukt dat de rechters nog volop bezig zijn met de afwikkeling van oudere box 3-zaken. Het inmiddels beschikbare Formulier Opgaaf werkelijk rendement voor de jaren 2017 tot en met 2024 heeft intussen onze volle aandacht.
Fysiotherapeut stopt: praktijkruimte in woning naar privé
04 - december - 2025
Gaat de zakelijke praktijkruimte aan huis bij stoppen van de praktijk naar privé tegen de marktwaarde of geldt er een aftrek wegens zelfbewoning?
Lees verder »Kerstpakket en werkkostenregeling
02 - december - 2025
Hoe werkt de werkkostenregeling als het gaat over kerstpakketten?
Lees verder »